Psalm 37: 30-31

Gepubliceerd op 1 juli 2025 om 06:00

De woorden die wij spreken, typeren ons. We kunnen in onze woorden vertrouwen opbouwen of juist iemand beschadigen. Woorden kunnen harten verbinden of harten breken. Woorden kunnen tranen van geluk voortbrengen of juist tranen van verdriet. Woorden kunnen rechtvaardig en wijs zijn of juist lomp, dwaas en hoogmoedig. Net als daden, zeggen woorden zoveel over iemands persoonlijkheid en de stemming waarin iemand zich verkeerd.

Rechtvaardig leven.

'De mond van de rechtvaardige spreekt wijsheid,' staat er in Psalm 37:30. Wat houdt rechtvaardige in? Het betekent allereerst 'eerlijk' of 'betrouwbaar'. Een eerlijk persoon spreekt wijsheid. Daarbij kan eerlijkheid niet altijd leuk zijn, maar een rechtvaardige is wel eerlijk volgens de wet. In vers 31 lezen we ook: 'Hij draagt de wet van God in zijn hart en zijn voeten struikelen niet.' Dus hij wijkt niet van de wet af. Hij gaat niet zijn eigen weg, maar de weg van God.

 

Wat houdt dit dan letterlijk in? Hoe vertaalt zich dit naar het dagelijks leven? Allereerst natuurlijk dat we de ander lief hebben, zelfs onze vijanden. We spreken geen valse getuigenis uit over de ander. We roddelen niet. We schelden een ander niet uit en kleineren de ander niet om onszelf beter en belangrijker te voelen. We weten het eigenlijk allemaal wel, maar doen we het ook?

De gerechtigheid.

De vraag is: Spreken we, ook al zijn we boos of teleurgesteld, met een geduldige en vriendelijk toon? Spreken we liefde over onze vijanden uit en bidden we voor degene die we eigenlijk niet zo leuk vinden?

 

In vers 30 staat: 'Zijn tong spreekt gerechtigheid.' Gerechtigheid kunnen we vertalen naar 'recht doen'. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat je voor de zwakken opkomt en de boosdoeners eerlijk worden aangesproken. Eerlijkheid is niet altijd prettig. Maar het is soms wel nodig wanneer je naar Gods wil wilt leven.

Jezus als voorbeeld.

Laten we Jezus eens als voorbeeld nemen. In Lucas 19 vers 45 en 46 staat: En toen Hij (Jezus) de tempel was binnengegaan, begon Hij hen die daarin verkochten en kochten eruit te drijven. Hij zei tegen hen: 'Er staat geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed zijn, maar u hebt er een rovershol van gemaakt' (HSV). Jezus spreekt hier recht. Hij verjaagt de handelaren en vertelt hun waar het op staat. Woorden zijn dus niet altijd leuk om te horen, maar het doet wel recht aan de wil van God.

Eén Wetgever.

Maar Jakobus 4:11-12 geeft ons ook een waarschuwing mee: 'Er is namelijk maar één Wetgever, onze zaligmakende God. Daarom krijgen wij de opdracht mee om geen kwaad te spreken van elkaar, want dan oordelen we over de wet, en zijn we een rechter'. En als we 1 Petrus 3 lezen, dan staat daar: 'want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog (1 Petrus 3:10 HSV).

 

Het lijkt tegenstrijdig, maar ik denk dat Jakobus 4 ingaat op roddelen (geen kwaad spreken van elkaar). Door te roddelen geven we direct een oordeel over iemand. Het is niet opbouwend voor diegene. Het zet een ander in een kwaad daglicht zonder dat iemand ervan kan leren en zijn leven kan verbeteren.

Samen groeien in Gods liefde.

Zacharia 8 vertelt ons wat we wel moeten doen: 'Dit zijn de dingen die u doen moet: spreek de waarheid tegen elkaar, oordeel naar waarheid in uw poorten met een oordeel dat de vrede dient'. Wees dus met je oordeel oprecht naar elkaar om elkaar te helpen groeien in Gods liefde. Wees altijd uit op vergeving, verzoening en broederschap. Om niet elkaar af te branden, maar om weer samen één lichaam van Jezus te zijn. Maar het is ook goed om te onthouden dat je altijd nagaat of je oordeel wel klopt. Heb je een eerlijk oordeel over diegene? Ken je het verhaal dat achter bepaald gedrag zit?

 

Er is nog zoveel meer te vertellen over oordelen, de woorden die we spreken en het recht. Door de hele Bijbel heen vinden we zoveel teksten die hier op in gaan. Toch wil ik daarvan nog twee teksten met jullie delen: Laat uw woord altijd aangenaam zijn (Colossenzen 4:6).

 

'Tenslotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk' (1 Petrus 3:8).

 

Geschreven door:

Maureen Ritmeester

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.